Waterschap Vallei en Veluwe

Hoofdrubrieken

  • Methodiek
    • Inleiding
    • Samenhang
    • Toekomstgericht waterbeheer
    • Water- en oeverbeelden
    • Het toekennen van huidige water- en oeverbeelden
    • Het toekennen van gewenste water- en oeverbeelden
    • Bijlage 1: Fysisch chemische parameters
  • Beeldenboek
    • Waterbeeld A
    • Waterbeeld B
    • Waterbeeld C
    • Waterbeeld D
    • Waterbeeld E
    • Waterbeeld F
    • Waterbeeld G
    • 1. Natuurvriendelijke oever
    • 2. Rietoever
    • 3. Zoom
    • 4. Hoge kruiden
    • 5. Gazon
    • 6. Beplanting
    • 7. Kademuur
    • 8. Eigendom derden
  • Colofon

Het toekennen van huidige water- en oeverbeelden

Het waterschap bepaalt het huidige waterbeeld samen met de gemeente, aan de hand van de beschreven kenmerken. De bedekking met waterplanten speelt bij deze indeling een belangrijke rol. Hierbij geldt het volgende:

  • De bedekkingen zijn op basis van de zomersituatie, vóórdat er gemaaid is. Meestal is juli een geschikte periode voor het bepalen van de bedekkingen.
  • Er wordt onderscheid gemaakt in bedekking van drijfbladplanten, ondergedoken waterplanten en moerasplanten (boven het water uitstekende planten). De laag met de hoogste bedekking is leidend voor de indeling in waterbeelden.
  • Kroos en flab tellen niet mee bij de bedekking met drijfbladplanten. Een hoge bedekking met kroos of flab is een ongewenste situatie en kan een knelpunt zijn, afhankelijk van de doelen en functies van de watergang.

  • De gemeente bepaalt samen met het waterschap het huidige oeverbeeld. Niet elke oeversituatie is gelijk. Het komt vaak voor dat ter plaatse kenmerken van verschillende oeverbeelden aanwezig zijn, bijvoorbeeld zowel een kademuur als een rietkraag in het water. Op basis van de beslisboom in figuur 4 (pagina 11) kan daarom het oeverbeeld gekozen worden. De hiërarchie in kenmerken wordt daarin duidelijk.


    Figuur 4. Beslisboom oeverbeelden
    (NVO = natuurvriendelijke oever)

    Toelichting bij de vragen in de beslisboom

  • Eigendom derden? Komen vlonders, steigers, tuinen et cetera voor en is de oever eigendom van derden, zoals particulieren en bedrijven?
  • Kademuur? Is er sprake van keerwand en/of bebouwing die minimaal 50 cm boven het water uit steekt (bijv. schanskorf)?
  • Beplanting: groeien er zoveel bomen en struiken op de oever, dat daaron- der maaien niet mogelijk is?
  • Flauw talud, bloemrijk? Is er een flauw talud (minimaal 1:3 – 1:4) met een geleidelijke overgang van droog naar nat aanwezig (evt. plasberm) en is dit talud bloemrijk?
  • Hoge kruiden? Zijn er hoge kruiden aanwezig in een zone breder dan 0,5 meter?
  • Riet? Bestaan de hoge kruiden voornamelijk uit riet?
  • Smalle (ongemaaide) zoom? Betreft de zone met hoge kruiden een relatief smalle (0,5 - 2 meter) zoom die zich op de oever en/of (gedeeltelijk) in het water bevindt?














































  • Delen

    • Delen op Facebook
    • Delen op Google+
    • Delen op LinkedIn
    • Delen op Twitter


    Navigatie

    • Inleiding
      • Achtergrond
      • Toepassing
      • Afbakening
    • Samenhang
    • Toekomstgericht waterbeheer
    • Water- en oeverbeelden
      • Fysieke begrenzing
      • Overzicht waterbeelden
      • Overzicht oeverbeelden
      • Combinaties van water- en oeverbeelden
    • Het toekennen van huidige water- en oeverbeelden
    • Het toekennen van gewenste water- en oeverbeelden
    • Bijlage 1: Fysisch chemische parameters
    • Beeldenboek
    • Colofon